We zijn als mens gehecht aan gewoonten, aan vaste patronen in
denken en doen. We ontlenen er zekerheid, ritme en veiligheid aan. Het geeft een
gevoel van nuttig bezig zijn; onze zingeving is ermee verbonden. We ontlenen er
onze identiteit aan. Als je iemand vraagt ‘Wie ben jij?” antwoorden mensen meestal
met wat ze gewoonlijk denken en doen. Ik
ben degene die …. doet en ik doe dat omdat ik ….”. Het is fijn als je ‘weet wie
je bent’. Dat stelt je gerust en geeft een duidelijke richtlijn over het inrichten
van je leven. Dat is je ‘gewoontjebeestje’.
Je gewoontjebeestje houdt graag vast aan vaste patronen van
denken en doen. Als dit patroon uitgedaagd wordt, ligt zijn zelfbeeld
ondersteboven én zijn routine. Hij houdt niet van veranderingen, zeker niet als
hij ze niet zelf heeft bedacht.
En dan is er opeens Corona! Wat doet het gewoontebeestje dan?
Het gewoontebeestje probeert eerst zolang mogelijk op oude
voet door te gaan. Hij gaat er vanuit dat Corona een tijdelijk iets is, een
pauze. Hij geniet er soms zelfs van, omdat hij de nadelige gevolgen van zijn
vaste patronen in denken en handelen tijdelijk kan compenseren. Het ordelijke
gewoontebeestje gaat huis en administratie ordenen. Het hard werkende gewoontebeestje
gaat gewoon werken of kort genieten van een welverdiende rust. Het sociale
gewoontebeestje gaat iedereen die hij kent bellen. Het creatieve gewoontebeestje
gaat hele dagen creatief bezig zitten zijn. Het spirituele gewoontebeestje gaat
meer mediteren. Het kennisgerichte gaat studeren of volgt continu het nieuws.
In de eerste fase volgt het gewoontebeestje zijn vaste
patronen in denken en doen. Hij stelt zichzelf geen vragen, want hoewel de
omgeving anders is, is hij zelf nog steeds wie hij altijd was. Het gewoontebeestje ziet thuiszitten slechts als
pauze. Hij denkt dat alles weer zal worden zoals het voorheen was, dus laat
zijn patronen in denken en doen niet los.
Als het wat langer gaat duren, raakt het gewoontebeestje gefrustreerd.
Hij gaat zich vervelen, zich ergeren, wordt boos of depressief, voelt zich
nutteloos, wordt bang dat hij niet in zijn oude patroon kan terugkeren, is bang
dat hij het allemaal niet aankan. Hij zoekt vervolgens manieren om die nare
gevoelens te dempen, van het afleiding zoeken tot ongezonde zaken of zoekt schuldigen voor zijn ongemak. De pauze mag van hem nu wel eens voorbij
zijn. Hij wilt over tot de orde van de dag, terug naar zijn oude patronen in denken en
doen. Hij zal in deze tweede fase allerlei
manieren verzinnen om zijn ongemak te verjagen, wilt vooral die ellendige
gevoelens niet ervaren. Maar ja, hij zit nog steeds thuis en zit opgescheept
met zijn nare gevoelens.
In de tweede fase begint het gewoontebeestje dus onvrede te
voelen en gaat in innerlijk gevecht ermee, wilt terug naar het oude. Hij merkt eigenlijk
voor het eerst op dat zijn oude patronen in denken en doen niet werken in deze nieuwe situatie.
Het gewoontebeestje gaat zien hoezeer hij een gewoontebeestje is, maar wilt daar
niet aan. Hij vindt nog steeds dat alles zoals hij het deed de beste manier is,
zelfs al werkt het nu dan niet voor hem.
Pas in de derde fase ben je in staat te zien, dat het
gewoontebeestje je dwarszit. Dan realiseer je je dat het misschien tijd is je
gewoonten en patronen te onderzoeken. Je af te vragen of die patronen in denken
en doen wel zo handig zijn en waren. Je gaat jezelf, dus eigenlijk je gewoontebeestje,
nader onderzoeken.
In deze derde fase, zie je opeens beter dan ooit wat de voordelen
en nadelen ervan waren. Misschien ontdek je dat je gewoontebeestje te eenzijdig
gericht was en wel altijd werkte maar nooit kon ontspannen. Misschien ontdek je dat je niet altijd plezier
en vervulling hebt ervaren al deed je alles volgens je patronen. Misschien bleven bepaalde levensgebieden voor jou onontgonnen,
omdat je gewoontebeestje alles bleef doen zoals hij het altijd deed.
Wat je zeker zal gaan zien in deze derde fase, is dat niet
jij, maar jouw gewoontebeestje jouw leven probeerde te leiden! Dit is soms erg
confronterend en roept de vragen op, Wie ben ik dan wel? Ben ik in mijn dagelijkse leven wie ik werkelijk ben of wil zijn.
In de derde fase kan je jezelf en je gewoontebeestje onderzoeken. Je hebt tevens de tijd
om experimenteren met geheel andere patronen. Als je altijd werkte en weinig creatief
bezig was, kan je eens creatief aan de slag. Als je altijd maar mensen belde om
je beter te voelen, kan je eens in jezelf keren met meditatie. Als je altijd
met plichten of anderen bezig was, kan je eens met jezelf aan de slag. Kijk vooral naar dingen waar je niet aan toe kwam of naar dingen die je
nooit geprobeerd hebt. Omhels het nieuwe, omhels de verandering. Daag je gewoontebeestje
uit door iets heel anders te denken of doen dan anders. Daarmee verdwijnen trouwens
ook de nare gevoelens. Want hoewel je gewoontebeestje wilt dat alles hetzelfde
blijft, is er ook een ‘jij’ dat wilt groeien, ontwikkelen, meer geluk wilt
ervaren en het vermogen heeft hiervoor te kiezen. Je kunt het gewoontebeestje
in jezelf veranderen, transformeren.
Probeer in deze fase het ánders te denken en doen dan anders, vanuit
het besef dat jij de veranderingen altijd zelf in de hand hebt. Je bent niet
overgeleverd aan je gewoontebeestje. Kijk ook eens naar wat je hebt gemist door je gewoontebeestje.
Denk na hoe je, als straks alles voorbij
is, je leven vorm wilt geven. Hoe ga je de
nieuwe ervaringen in je bestaan integreren, waar wil je anders gaan denken of doen? De vraag in deze fase is dus, volg
je nu en straks je gewoontebeestje, of integreer je nieuwe inzichten en nieuwe ervaringen?
Corona kan je helpen oude patronen in denken en doen te
herkennen en los te laten. Dit kan de weg vrij maken naar een prettiger,
evenwichtiger en uitdagender bestaan, vooral als je deze coronapauze daarvoor benut.