Wat is extreem links en extreem rechts?
Mensen beschuldigen elkaar graag van extreem links of extreem rechts zijn. Ze praten ook over fascisme, communisme, socialisme, anarchisme, liberale democratie, maar slechts
weinigen weten wat dat allemaal precies inhoudt. Ze zien één of twee kenmerken van iets, kijken niet meer naar het geheel van kenmerken. Dat brengt slechts zinloze strijd, nooit overeenstemming.
In het huidige klimaat van polarisatie, is het goed al die verschillende kenmerken te kennen voor je iemand van wat ook beschuldigt. Nog veel beter, gewoon met elkaar in gesprek te gaan over de verschillende aspecten van ons leven, van onze idealen, vanuit kennis van zaken en vanuit begrip en medemenselijkheid.
Kenmerken EXTREEM LINKS : Radicale gelijkheidsidealen: Streven naar absolute sociale, economische en soms raciale gelijkheid, vaak via revolutie. Anti-kapitalisme: Verzet tegen kapitalisme, pleiten voor collectivisme of socialisme/communisme. Autoritarisme: In extreme vormen steun voor sterke staatscontrole of revolutionaire dictatuur om doelen te bereiken. Anti-hiërarchie: Afwijzing van traditionele machtsstructuren, zoals patriarchaat of klasseverschillen. Revolutionaire retoriek: Oproep tot systeemverandering, soms met geweld of onderdrukking van tegenstanders. Beperking vrijheden: In extreme gevallen censuur of intolerantie voor afwijkende meningen, vooral bij "contrarevolutionaire" ideeën. Internationalisme: Focus op wereldwijde solidariteit, vaak anti-nationalistisch. Extreemlinks varieert van anarchisme tot stalinisme.
Kernmerken EXTREEM RECHTS : Ultranationalisme: Extreme nadruk op nationale identiteit, vaak met uitsluiting van minderheden. Xenofobie en racisme: Afwijzing van vreemdelingen, migranten of bepaalde etnische groepen. Autoritarisme: Voorkeur voor sterke, centrale leiding en minder democratische vrijheden. Anti-egalitarisme: Verzet tegen gelijkheid, vaak met nadruk op traditionele hiërarchieën. Populisme: Tegen het establishment, met een focus op "het volk" tegen elites. Conservatieve waarden: Nadruk op traditionele normen, vaak anti-progressief (bijv. tegen LHBTQ-rechten of feminisme). Beperking burgerrechten: Steun voor maatregelen die vrijheden zoals meningsuiting of persvrijheid inperken, vooral voor tegenstanders
Kenmerken FASCISME : Nationalisme: Sterke
nadruk op nationale identiteit en superioriteit. Corporatisme: Samenwerking tussen staat, bedrijven en
vakbonden onder staatscontrole. Dictatuur: Geconcentreerde macht bij één leider of
partij. Beperking vrijheid van meningsuiting: Censuur en
controle over media. Militarisme: Verheerlijking van militaire kracht en
agressieve expansie. Propaganda: Intensieve beïnvloeding van publieke
opinie. Onderdrukking van oppositie: Eliminatie van politieke
tegenstanders. Cultus van de leider: Verheerlijking van de leider
als onfeilbaar.
Kenmerken COMMUNISME zijn onder meer: Klasseloze samenleving: Afschaffing van sociale
klassen en streven naar volledige gelijkheid. Collectief eigendom: Middelen van productie
(fabrieken, land) in handen van de gemeenschap of staat, niet privé. Anti-kapitalisme: Verzet tegen kapitalisme,
privébezit en uitbuiting van arbeid. Centraal geplande economie: Staat of collectief
beheert productie en distributie. Internationalisme: Solidariteit van arbeiders
wereldwijd, anti-nationalistisch. Revolutionaire verandering: Vaak via revolutie om
kapitalisme omver te werpen. Autoritarisme in praktijk: Dictatuur van het
proletariaat, met onderdrukking van oppositie (bijv. in Sovjet-Unie of China).
Kenmerken SOCIALISME : Sociale gelijkheid: Streven naar minder economische en sociale ongelijkheid. Collectief eigendom: Productiemiddelen (deels) in publieke of coöperatieve handen, zoals staatsbedrijven of coöperaties. Economische planning: Overheid speelt een rol in het sturen van de economie, vaak via regulering of nationalisatie. Welzijnsstaat: Ondersteuning van sociale zekerheid, zoals gezondheidszorg, onderwijs en sociale uitkeringen. Anti-kapitalisme (gematigd): Kritiek op ongebreideld kapitalisme, maar niet altijd volledige afschaffing van privé-eigendom. Democratische inspraak: Vaak nadruk op democratische controle over economie en politiek, vooral in democratisch socialisme. Solidariteit: Focus op gemeenschapsbelang boven individueel gewin. Socialisme varieert van gematigd (sociaaldemocratie, zoals in Scandinavische landen) tot radicaal (marxisme). In tegenstelling tot communisme behoudt socialisme vaak een vorm van markt of gemengde economie en is minder gericht op revolutie.
.
Daarnaast kennen we nog:
Liberaal-democratie: Nadruk op individuele vrijheden, pluralisme, vrije meningsuiting en democratische processen.
Anarchisme: Afwijzing van hiërarchie, staat en autoriteit, met focus op zelfbestuur en gelijkwaardigheid.
In : Maatschappij
Tags: fascisme communisme socialisme extreem rechts extreem links kenmerken